Intentie wetgeving is duidelijk:
De wet- en regelgeving is duidelijk wat we beogen met gezondheid mens, fauna en flora: vermijden van negatieve effecten van vervuiling van het leefgebied, waardoor gebruik van pesticiden aan banden wordt gelegd. Die wet- en regelgeving bestaat op Europees, nationaal, provinciaal en mogelijk op gemeentelijk niveau. Daarnaast kan het waterschap ook regels stellen. Vast niet uitputtend, maar onder andere deze zaken spelen:
Europese richtlijnen
•Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn
•Kaderrichtlijn Water Richtlijn Beheer
•Richtlijn Zwemwaterkwaliteit
•Verordening gewasmiddelen
Nationale wetten
•Wet Natuurbescherming / Besluit Natuurbescherming
•Omgevingswet / Waterwet en Watertoets
•Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Provinciale regelgeving / Waterschap regelingen
•Provinciale Omgevingsverordening Noord-Brabant -Natuur Netwerk Brabant
•Verordening Ruimte – Groenblauwe mantel
•Waterbeheer programma en Watergebiedsplannen Waterschap
Gemeentelijke regelingen
•Omgevingsplan
•Groenstructuurplan
Kansen genoeg dus eisen te stellen en te handhaven bij de bollenteelt. Die volgens onderzoek van het CBS in 10 jaar tijd met 21% is gestegen in landbouwoppervlak.
Steeds meer onderzoek naar pesticiden
Eerder berichten wij al over de uitzending van Zembla. Pesticiden kunnen volgens het RIVM middels drifting vele honderden meters meewaaien, wordt 500 meter verder nog in het huisstof en in de urine in babyluiers aangetroffen worden. Datzelfde RIVM adviseert bewoners bij spuiten alle ramen gesloten te houden, zelf binnen te zitten en de was binnen te halen.
17 Juni kwam de NOS met het bericht dat onderzoek van Meten=Weten heeft aangetoond dat pesticiden ook op kilometers van de akkers worden gemeten en ook buiten de spuitseizoenen. En dat de spuittechnieken dus veel minder precies zijn dan gesuggereerd en door verneveling en verdamping veel verder van de bedoelde lokatie komen dan gewenst.
Ook Wageningen University & Research doet onderzoek en geeft aan dat de huidige tests en modellen van de European Food and Safety Authority (EFSA) geen goede graadmeter zijn voor de werkelijke situatie onder andere door stapeleffecten van pesticiden en dus een kritische update behoeven.
Waar andere landen vaak een veel grotere bufferzone hanteren naar oppervlaktewater en perceelsgrenzen, vaak 20 meter, is dat hier in Nederland vaak maak maar 1 tot 3 meter. We lopen dus ook nog eens achter en dat is dus niet verstandig als we de waterkwaliteit moeten managen.
Ook de rechter sprak zich al een aantal keren uit tegen de teelt van bollen nabij woonwijken vanwege de twijfel over de veiligheid van de teelt voor de volksgezondheid. Logisch is dat deze twijfel er dus ook zou moeten zijn ten aanzien van de flora en met name fauna. De insecten sterfte lijkt daar ook sterk op te wijzen.
Breed draagvlak tegen bollenkweek in Brabant
Mede op aandringen van Het Vlijmens Lint zijn er veel vragen gesteld in onze democratische fora naar bollenkweek nabij het Engelermeer, maar ook in de bredere context van bollenkweek in Brabant . De Partij voor de Dieren en de BBB stelden vragen aan het dagelijks bestuur van Waterschap Aa en Maas. De Partij voor de Dieren deed dat ook bij de Gemeente ‘s-Hertogenbosch. Het CDA en Heusden Verbindt (bondgenoot van BBB) deed dat bij de Gemeente Heusden. En de Partij van de Dieren en al eerder de SP stelden vragen bij de Gedeputeerde Staten Noord-Brabant. Het Vlijmens Lint sprak ook in bij de gemeenteraad ‘s-Hertogenbosch.
Onze ervaring is inmiddels, wie we ook spreken, dat geen van de politieke partijen of van de bestuurders erg blij wordt van bollenkweek in Brabant, waarbij veel pesticiden worden gebruikt. Wij zijn al druk genoeg om zonder deze nieuwe teelt de kwaliteit van onze natuurgebieden en water op orde te krijgen. En het maatschappelijk nut van deze teelt is voor Brabant buitengewoon gering versus de maatschappelijke kosten die daarmee gepaard gaan.
Maar wie gaat nu iets doen?
De beantwoording van de vragen stelt voorlopig geenszins gerust dat er een effectief beleid komt waarin de bollenteelt in Brabant, met name nabij bewoning en nabij natuurgebieden en oppervlaktewater.
Het Waterschap Aa en Maas is verantwoordelijk voor onze waterkwaliteit. Gevraagd naar het mogelijke risico zegt zij: “Het Dagelijks Bestuur onderschrijft de mogelijke schadelijkheid bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater. Het waterschap gaat niet over de regulering van gewasbeschermingsmiddelen en kan het risico niet kwantificeren.” Monitoring van pesticiden worden niet gedaan, ook niet nu er dus een bollenveld van 14 hectare direct aanpalend aan het Engelermeer en de Bossche Sloot wordt neergezet. Het Waterschap Aa en Maas geeft dus aan niets te gaan doen, terwijl zij wel verantwoordelijk is voor de waterkwaliteit in de brede zin (oppervlaktewater, zwemwater, grondwater). En het water zelf weer moet filteren om de juiste kwaliteit te krijgen en daarvoor dus kosten moet maken. Kortom, het Waterschap vertoont wel een erg laag niveau van eigenaarschap van het probleem.
Dat de Gemeente Heusden de risico’s van de pesticiden bij bollenteelt ziet blijkt uit de antwoorden op vragen van de gemeenteraad. Zo staat zij de intensieve teelt waaronder bollenteelt niet toe op haar eigen geliberaliseerde pachtgronden. Volgens de gemeente omdat deze teelt kan zorgen voor verschraling van de bodem, een slechte invloed hebben op de bodemgesteldheid en waterkwaliteit. Ook staat zij glyfosaat niet toe op de eigen pachtgronden nabij natuurgebieden. De gemeente geeft aan de ontwikkelingen nauwlettend te volgen.
De Gemeente ‘s-Hertogenbosch is eigenlijk het meest helder: “Wij delen uw mening dat de ontwikkeling rondom het gebruik van landbouwgif in de bollen- en sierteelt in onze gemeente ongewenst en zorgwekkend is. Bescherming tegen de negatieve effecten van landbouwgif van natuur, bodem en water alsmede bewoners is daarom zeker van belang.” en ” Ja, we zijn van mening dat landbouwgif nadelige effecten heeft voor de biodiversiteitsdoelen die door gemeente, maar ook provincie, waterschap en natuurorganisaties zijn geformuleerd.” En heeft ook de intentie een aantal maatregelen te nemen: zij sluit het gebruik op glyfosaat al uit op eigen geliberaliseerde pachtgronden en wil dat ook gaan doen voor de bollenteelt. Ook ziet met mogelijkheden, maar pas in 2028, om middels het permanente Omgevingsplan regels op te nemen voor bepaalde teelten, maar geeft aan dat dat op dat moment wel een politieke keuze is. Verder geeft men duidelijk aan dat men afhankelijk is van de landelijke overheid, en met name het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB). En dat men via de Vereniging Nederlandse Gemeenten pleit met een wetenschappelijk onderbouwd kader met landelijke regelgeving. Maar ook ‘s-Hertogenbosch komt dus niet met maatregelen voor nu.
De Provincie Noord-Brabant ziet klaarblijkelijk ook het probleem. Op antwoorden van vragen van de SP antwoordt zij in april: “Provinciale gronden die verpacht worden hebben als voorwaarde dat het niet toegestaan is om lelies of andere bloembollen te verbouwen. In 2022 is door de provincie ook handhavend opgetreden door het verwijderen van circa 10 hectare lelies op provinciale grond. ” Echter om zelf duidelijkere regels te stellen, zelfs niet nabij bewoning, oppervlaktewater en natuurgebieden, daar lijkt het vooralsnog niet op: “De bevoegdheid voor het afgeven van een omgevingsvergunning voor agrarische activiteiten waaronder het telen van gewassen in de open lucht ligt bij de gemeente. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is gereguleerd in het Besluit activiteiten leefomgeving (paragraaf 3.6.3). In de provinciale Omgevingsverordening kunnen instructieregels voor gemeenten worden opgenomen om (provinciale) waarden te beschermen. Gemeenten moeten deze regels opnemen in hun Omgevingsplan. Aan de exploitatie van een agrarisch perceel kunnen alleen aanvullende voorwaarden bij de geldende Rijksregels voor toepassing van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen worden gesteld wanneer er specifieke waarden aan de orde zijn.
Om de te beschermen waarden in de Omgevingsverordening op te nemen is het noodzakelijk juridisch houdbare argumentatie te hanteren op basis van onderbouwd beleid. Dat betekent dat dergelijke regels alleen in de Omgevingsverordening kunnen worden opgenomen op het moment dat vastgesteld beleid daarin voorziet. Er moet dan wel sprake zijn van een provinciaal belang.” Het provinciaal belang lijkt nogal evident: waterlopen en natuurgebieden laten zich toch niet beperken tot gemeentegrenzen? De nieuwe aanvullende vragen van de Partij voor de Dieren werden nog niet beantwoord.
Conclusie: voorlopig laten we het gewoon gebeuren
Dus ondanks de duidelijke wet- en regelgeving, ondanks de heldere indicaties van onderzoeken naar de gevolgen van het hoge gebruik van pesticiden op mens, fauna, bodem en water, en ondanks de zorgen die er leven bij de verschillende overheden laten we toe dat het areaal aan bollenteelt uitgebreid wordt. Ook waar die er voorheen in Brabant niet of nauwelijks was, nabij ons (zwem)water, natuurgebieden en woongebieden. Zodat we hoge kosten voor ziektes van onze bevolking moeten accepteren, de hoge investeringen in de aanleg van natuurgebieden door niet op te treden eigenlijk zelf weer deels ongedaan maken, en hoge kosten moeten maken om de kwaliteit van het water op peil te brengen. Enzovoorts.
We hopen dan ook dat overheden elkaar op dit punt opzoeken en wel de effectieve maatregelen nemen deze teelt te voorkomen. Bijvoorbeeld door aanpassing van (tijdelijke) Omgevingsplannen. En door veel beter te monitoren welke effecten de teelt heeft op de directe omgeving. En waar nodig door privaatrechtelijke schadeprocedures op te starten wanneer de overheden schade leiden die terug te voeren is op de teelt (en dat zal al snel het geval zijn, gegeven de overschrijding van waarden die het Landelijk Meetnet Gewasbeschermingsmiddelen meet. Met de kraan open dweilen werkt niet echt, en zal een breed spectrum aan (Europese) normen gehaald worden, met alle ellende die daar dan weer op volgt.
Intussen zal Het Vlijmens Lint de ontwikkelingen in ons kleine gebiedje nabij het Engelermeer volgen en waar nodig de overheden verzoeken handhavend op te treden als operationele regels voor wat betreft spuitzones overtreden worden.